Uit een onderzoek van het NIBUD blijkt dat er een grote vraag is naar advies over hoe een kind het beste op de financiële toekomst voorbereid kan worden. Daarom heeft het NIBUD de ‘Gids voor financieel opvoeden’ uitgebracht. Als financieel specialisten raden we u aan uw kinderen zo vroeg mogelijk bewust te maken van financiën, geld- en verzekeringszaken. We ondersteunen u daar graag bij. In deze nieuwsbrief leest u daarom weer enkele interessante wetenswaardigheden.
|
|
Een van de werkzaamheden die wij met regelmaat voor zowel bestaande als nieuwe relaties verrichten, is het afstemmen van lopende verzekeringen. Sluiten zaken wel goed op elkaar aan? Loopt u geen risico’s die u niet wilt of kunt lopen? Of zijn er juist risico’s dubbel verzekerd waardoor u onnodig veel premie betaalt. Zaken die wij voor u uit kunnen zoeken.
In onze adviespraktijk maken wij regelmatig mee dat klanten zowel een overlijdensrisicoverzekering hebben als een uitvaartverzekering. Regelmatig krijgen we dan de vraag of dit niet dubbelop is. We leggen u in dit artikel uit wat de functie van beide verzekeringen is.
De verschillen
Een overlijdensrisicoverzekering keert uit als u of uw partner overlijdt vóór een afgesproken datum. De uitkering is bedoeld om bijvoorbeeld de hypotheek, de huur of kinderopvang te kunnen blijven betalen als een inkomen wegvalt.
Een uitvaartverzekering is een levenslange verzekering en keert een bedrag uit na het overlijden van u of uw partner. Deze uitkering is bedoeld om de kosten van een begrafenis of crematie te betalen. Het gaat hier dus om een veel kleiner bedrag dan voor de overlijdensrisicoverzekering geldt. De uitkering van de uitvaartverzekering geschiedt ook sneller en makkelijker in verband met de financiering die op korte termijn nodig is.
Het belangrijkste bij beide verzekeringen is dat deze gebruikt worden door mensen die bewust hebben nagedacht over de vraag of zij voldoende inkomen hebben als de partner komt te overlijden op korte of lange termijn. Nog te vaak zien wij in onze praktijk dat mensen daar niet of te lichtvaardig over denken. Wij adviseren onze relaties daarom altijd om ons in kaart te laten brengen wat de achterblijvende partner te besteden heeft als een van u beiden komt te overlijden.
|
|
Omdat de rente nu historisch laag is en ook de huizenprijzen, zien wij dat onder onze klanten diversen de eerste stappen nemen naar de aankoop van een (nieuw) huis. We zijn blij dat dit vertrouwen weer terugkomt in de markt.
Wanneer iemand een woning koopt, hoort daar meestal ook de grond bij waarop de woning staat. In sommige gevallen is het echter niet mogelijk om de grond te kopen. In die gevallen is er vaak sprake van erfpacht. De huiseigenaar is dan een ander persoon dan de eigenaar van de grond.
Bij erfpacht wordt er periodiek een bedrag aan de eigenaar van de grond betaald voor het gebruik van de grond. Alle voorwaarden voor het gebruik worden vastgelegd in een erfpachtovereenkomst. Een erfpachtovereenkomst kan levenslang zijn of tijdelijk. Vooral bij tijdelijke erfpachtcontracten loopt een hypotheekverstrekker een risico, omdat onduidelijk is wat de voorwaarden (en de prijs) voor het gebruik van de grond zijn na verlenging. Hierdoor wilden lang niet alle hypotheekverstrekkers een woning die gekocht werd met particuliere erfpacht financieren.
Gelukkig is hier nu een oplossing voor gevonden. Het is mogelijk om bij particuliere erfpacht, de erfpachtovereenkomst te laten controleren door een notaris. De notaris controleert de overeenkomst dan op betrouwbaarheid van een aantal criteria. Als deze criteria in orde zijn, dan wordt dit vastgelegd en zijn de meeste geldverstrekkers bereid om een dergelijke woning wel te financieren.
Wilt u een woning kopen of verkopen met particuliere erfpacht, bespreek dit dan met ons. Wij adviseren u hoe dit het beste aangepakt kan worden. Ook hier hebben wij als uw adviseur verstand van!
|
|
In onze nieuwsbrief geven we u regelmatig praktijkvoorbeelden om daarmee de waarde van ons onafhankelijke advies te onderstrepen. Want juist omdat wij een onafhankelijk adviseur zijn, kunnen we altijd voor de volle 100% voor uw belangen opkomen. En die keuzes maken voor u, die in uw situatie het beste zijn. Zo geven we u een voorbeeld over de keuze die wij voor u maken bij het gebruiken van de juiste verzekering bij een schade.
Bart rijdt als passagier in de auto van zijn buurman Kees mee. Op de plek van bestemming aangekomen opent Bart het portier van de auto en raakt met het portier een geparkeerd staande auto. Er is alleen schade aan de geparkeerd staande auto. Door welke verzekeraar zal de schade vergoed worden? Is dat de WA verzekeraar van de auto van Kees of de aansprakelijkheidsverzekering van particulieren (AVP) van Bart?
Volgens de wettelijke regeling moet de schade die door een passagier met een motorrijtuig veroorzaakt wordt, vergoed worden door de WA verzekeraar van dat motorrijtuig. Dit risico is een onderdeel van het verkeersrisico; een risico dat verbonden is aan deelname aan het verkeer. Kees vindt het niet fijn, dat deze schade geclaimd wordt op zijn autoverzekering want dat gaat van zijn no-claimkorting. Op de AVP van Bart is schade met of door motorrijtuigen uitgesloten, maar er is wel dekking voor het zogenaamde passagiersrisico. Passagiersrisico is het risico, dat een passagier schade veroorzaakt met of door het motorrijtuig. Op de AVP is er alleen dekking voor het passagiersrisico als er elders geen dekking is. Op de WA verzekering van de auto van Kees is er dekking en dus zal de AVP verzekeraar van Bart de schade aan de geparkeerd staande auto niet vergoeden. De AVP vergoedt wel die schade die nergens anders gedekt is. In dit geval is dat het verlies van no-claimkorting van Kees op zijn WA autoverzekering. De AVP verzekeraar van Bart zal die kosten vergoeden aan Kees.
Snapt u deze casus of vindt u het lastig? Gelukkig regelen wij het voor u! Daar zijn wij tenslotte voor.
|
|
Ondanks dat wij voor u bijhouden of u niet oververzekerd bent, kan het voorkomen dat we te maken hebben met zogenaamde ‘samenloop’. De meeste mensen die dit kennen, vertalen het als ‘van het kastje naar de muur gestuurd worden’. Ook met deze vorm van schadeloosstelling heeft ons kantoor veel ervaring. En ook hier nemen we het werk voor u uit handen. We lichten u een casus toe.
Stel, u heeft een mooie nieuwe fiets die u heeft verzekerd voor diefstal. U bent zuinig op de fiets, dus u stalt de fiets in de gang van uw woning. En u zet de fiets zelfs daar ook op slot. Op een nacht wordt er ingebroken in uw woning en de inbrekers nemen onder andere uw fiets mee.
Op uw inboedelverzekering is diefstal van inboedelgoederen in de woning verzekerd. De fiets valt ook onder de inboedelgoederen. Echter, de diefstalschade van de fiets valt ook onder de dekking van de diefstalverzekering van de fiets. Dit is nou een vorm van ‘samenloop’. Volgens wet is het verboden om meer dan één keer de schade vergoed te krijgen. In de wet staat dat in een dergelijke situatie de schadelijdende partij, u dus, mag kiezen welke verzekering u wilt aanspreken. Wij zullen u hier uiteraard in adviseren en dit in werking zetten.
De aangesproken verzekeraar moet de schade dan vergoeden en dan moeten de verzekeraars onderling de verdeling regelen. Als een verzekeraar in de polis geregeld heeft dat de andere verzekering voor moet gaan, dan zullen wij de andere verzekeraar aanspreken. De andere verzekeraar zal dan de schade moeten vergoeden. Kortom, wij weten de wegen die we moeten begaan om u schadeloos te stellen. Dus maak gebruik van ons expertise hiervoor!
|
|
Op 10 februari heeft de minister voor Wonen en Rijksdienst (minister Blok) samen met de voorzitter van de NVB (Nederlandse Vereniging van Banken) een website over restschulden geopend.
Een restschuld kan ontstaan als de waarde van een woning lager is dan de omvang van de hypotheekschuld. Er ontstaat dan een restschuld bij verkoop. Op de site zijn verschillende tabbladen met informatie. Naast algemene informatie is het mogelijk om te berekenen hoe groot de restschuld is. Er kan zelfs een indicatie verkregen worden over de financierbaarheid van de restschuld, een soort situatiescan. Uiteraard kan de site maar een beperkt deel van de persoonlijke situatie van een klant belichten.
Er staat ook duidelijk op de site vermeld dat de persoonlijke situatie doorslaggevend is bij de vraag of een restschuld al dan niet een probleem vormt. Voor sommige mensen is een restschuld een reden om de woning niet te verkopen. Echter, in bepaalde situaties is het mogelijk de restschuld bij verhuizing mee te financieren in de nieuwe hypotheek.
De site kan voor u een handige manier zijn om u eens te oriënteren. Wilt u een daadwerkelijk advies dat specifiek op uw situatie is afgestemd, neemt u dan gerust contact met ons op.
|
|
Voor u het weet gaat uw kind kiezen voor een studie na het voortgezet onderwijs. Welke studie gaat het worden? En ook belangrijk om u af te vragen; kunt u de kosten hiervoor betalen?
Bijvoorbeeld de kosten voor het collegegeld. Dit bedraagt voor het hoger onderwijs nu al € 1.835 euro per jaar. Mocht uw kind nog verder gaan studeren, dan gaan daar nog eens flink wat kosten bij komen. Zeker wanneer uw kind zich verder wil gaan specialiseren in een bepaald vakgebied.
Wanneer uw kind uitwonend gaat studeren dan worden er ook flinke kosten gemaakt. Een vierjarige HBO studie kost in totaal al snel ruim € 55.000. Trek hier de basisbeurs en eventueel de aanvullende beurs van af, dan moet er nog tussen de € 30.000 en € 42.000 beschikbaar zijn. Kortom, ons advies is om tijdig te gaan investeren in de toekomst van uw zoon of dochter.
Studeren kost veel geld en het gaat alleen maar duurder worden. Door nu geld apart te zetten, zorgt u voor een stabiele financiële basis, waar u en uw kind later veel voordeel mee kunnen behalen. Er zijn diverse mogelijkheden om te sparen, of geld vrij te maken. Wij denken hierover graag met u mee.
|
|
Sinds een aantal jaren geeft de overheid de mogelijkheid om fiscaal vriendelijk te sparen voor de oude dag. Van oudsher via een zogenaamde lijfrenteverzekering bij een verzekeraar, maar sinds 2008 kan dit sparen ook via banksparen.
Banksparen is relatief eenvoudig. Iemand opent bijvoorbeeld bij een bank een spaarrekening en stort daar periodiek geld op. Dit is een geblokkeerde spaarrekening. Tussentijds mag u er dus geen geld van afhalen. De hoogte van het te storten spaarbedrag is binnen fiscale grenzen vrij. Het is de bedoeling dat het geblokkeerde spaartegoed wordt aangewend voor een recht op een periodieke uitkering (oudedagslijfrente) bij een verzekeraar, bank of beleggingsinstelling.
Het is vrijwel onmogelijk te voorspellen wat uiteindelijk meer oplevert: banksparen of een lijfrenteverzekering. Als iemand voortijdig overlijdt vervalt het “tegoed” bij een lijfrenteverzekering aan de verzekeraar. Daar staat tegenover dat de lijfrenteverzekeraar wel rekening houdt met het overlijdensrisico en stemt daar de uitkering op af. Bij banksparen vervalt het tegoed niet aan de bank, maar aan de erfgenamen.
Maar ook het langlevenrisico is iets waar rekening mee moet worden gehouden. Een lijfrente keert uit tot aan het overlijden van de verzekerde, ongeacht hoe oud die wordt. Bij banksparen spreekt de klant af in hoeveel jaar tijd het spaartegoed wordt uitbetaald. Mocht die persoon langer leven dan de afgesproken periode, dan is het tegoed op en volgt er niet langer recht op een uitkering. Praat met ons gerust eens over de mogelijkheden, we zetten ze graag voor u op een rij.
|
|
Er is een enorme toename van gebruikers van elektrische fietsen; de zogenaamde e-bike of elobike. Deze fiets ondersteunt het trappen en als je niet meer trapt, dan stopt ook de trapondersteuning en ga je niet meer vooruit.
Toen de fiets met trapondersteuning een aantal jaren geleden geïntroduceerd werd in Nederland, moest de wetgever vaststellen of de e-bike een fiets of een motorvoertuig was. Omdat de fiets met behulp van elektriciteit het trappen ondersteunt en de fiets dus mechanisch wordt aangedreven, is de fiets volgens de wet een motorrijtuig.
Volgens de wet geldt in Nederland een verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor alle motorrijtuigen. Deze wettelijke verplichte verzekering is ingevoerd, omdat men vond dat een motorrijtuig gevaarlijk is en veel schade kan aanrichten. Deze gevaren zijn niet verbonden aan de e-bike omdat deze fiets niet veel zwaarder is en niet veel harder kan dan een gewone fiets. In de wetgeving is nu opgenomen dat de elektrische fiets een motorrijtuig is, maar dat dit motorrijtuig vrijgesteld is van de verzekeringsplicht.
Het is uiteraard wel verstandig om het aansprakelijkheidsrisico rondom de e-bike te verzekeren. Dat kan op een aparte verzekering. Controleer in ieder geval even of uw e-bike is meeverzekerd op uw aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP).
|
|
|